18 oktober 2019 / 

Waar ligt de grens tussen wetenschap en pseudowetenschap?

Bepaalde theorieën in de natuurkunde, zoals het bestaan van een multiversum, zijn niet meer te verifiëren. Is dit dan nog wel wetenschap?

Die vraag stelt wetenschapsjournalist Jim Baggot in een essay in het webmagazine Aeon. Hij begint met een voorbeeld, een artikel in New Scientist waarin gesteld wordt dat een ‘spiegel-universum’ in contact staat met het onze. Bewijs zou moeten komen uit een afwijking in het radioactief verval van neutronen. Een probleem met deze verklaring voor een geobserveerde afwijking, is dat die niet valt te controleren.

Intelligent Design

Nu gaat het hier om een populair wetenschappelijk artikel. Maar de betrokken onderzoekers – en de pr-afdelingen van hun universiteiten – spelen wel degelijk een belangrijke rol, vindt Baggot. Speculatieve theorieën zijn belangrijk om de wetenschap verder te brengen, maar de vraag is of je ze nog als wetenschap kunt zien.

Baggot stelt dat de grens tussen wetenschap en pseudowetenschap soms lastig te trekken is. Maar als de interpretatie van een theorie alleen afhangt van de voorkeur van de onderzoeker, is er toch iets mis, vindt hij. Baggot trekt een vergelijking met Intelligent Design, een vorm van creationisme die een beroep doet op een ‘ontwerper’ om bepaalde aspecten van de werkelijkheid te verklaren. Je kunt nooit aantonen dat er wel of geen ontwerper is, dus daarmee is ID geen wetenschap. Alleen, sommige geaccepteerde natuurkundige theorieën zijn ook niet te testen.

Subjectieve elementen

En testen is ook niet per se de enige test: met de wetten van Newton bleken planeetbanen goed te onderzoeken: afwijkingen in de banen leidden tot de ontdekking van de planeten Neptunus en Uranus. Een afwijking in de baan van Mercurius leidde tot de hypothese dat er nog een planeet was, Vulanus, maar die is niet gevonden. In plaats daarvan bleek een nieuwe theorie nodig, de algemene relativiteitstheorie, om het probleem op te lossen. Dus wanneer verwerp je een theorie?

Op dit moment komen natuurkundigen met theorieën die niet testbaar zijn, zoals die over het multiversum (het idee dat er talloze universums bestaan naast het onze). Die worden bijvoorbeeld onderbouwd met Bayesiaanse statistiek, maar, aldus Baggot, die bevat subjectieve elementen in de vooronderstellingen. Sommige natuurkundigen spreken over ‘theoretisch bevestigde theorieën’, maar is dat dan wetenschap?

Geloofwaardigheid

Baggot ziet een tendens in de natuurkunde om metafysica te accepteren als bewijs. Dat tast de geloofwaardigheid van de hele wetenschap aan. Natuurkundigen zouden voorzichtiger moeten zijn in hun uitspraken. Dus niet zeggen ‘er is een multiversum’ maar ‘er zou een multiversum kunnen bestaan’. Meningen en ideeën helpen de wetenschap soms verder, maar ze zijn zelf niet altijd wetenschappelijk.

Bron: But is it science?, Aeon Magazine.