
Voor de meeste mensen is het waarschijnlijk vanzelfsprekend dat wat ze doen meestal het resultaat is van een bewust plan om datgene te doen. Als je het plan opvat om te gaan hardlopen en je doet dit ook, heb je het idee dat dit ‘opvatten van een plan’, oftewel het vormen van een intentie, een verschil maakt in het feit dat je daadwerkelijk gaat hardlopen.
Maar wat als wetenschappelijk onderzoek laat zien dat deze ervaring een illusie is, en dat in werkelijkheid onbewuste processen en toestanden je gedrag tot stand brengen? Dit zou je zelfbeeld waarschijnlijk ingrijpend veranderen. Voor vrije wil moeten toch op z’n minst onze bewuste plannen een verschil maken in wat we doen. In dit stuk onderzoek ik of experimenten daadwerkelijk reden geven om te twijfelen aan deze ervaring.
Hersenprocessen en omgevingsfactoren
De conclusie dat hersenprocessen veroorzaken wat we doen, en niet de bewuste intentie, kwam als eerste naar voren in onderzoek door neurofysioloog Benjamin Libet in het begin van de jaren 80. Hij concludeerde uit zijn experimenten dat voorafgaand aan de lichaamsbeweging en bewuste intentie, om bijvoorbeeld een simpele polsbeweging te maken, er al sprake is van voorbereidende hersenactiviteit. Volgens Libet, en een aantal neurowetenschappers en filosofen, blijkt hieruit dat de bewuste intentie te laat is om nog een rol te spelen: in feite heeft het brein al ‘besloten’ wanneer we de polsbeweging gaan maken.
Uit recenter psychologisch onderzoek wordt een soortgelijke conclusie getrokken: niet onze bewuste intenties veroorzaken wat we gaan doen, maar in feite worden we gestuurd door omgevingsfactoren die, via onbewuste neigingen of doelen, direct leiden tot gedrag. Als proefpersonen bijvoorbeeld geconfronteerd worden met woorden die met ouderdom te maken hebben, lopen ze langzamer dan proefpersonen die deze woorden niet hebben gezien. En als proefpersonen iemand moeten aannemen als politiechef worden ze, zonder dat ze het zelf door hebben, beïnvloed door het feit dat de ene kandidaat een vrouw is en de andere een man. Ze kiezen meestal voor de man en ze passen de redenen op hun keuze aan.
Bewuste intenties
Kunnen we nu uit dergelijk onderzoek concluderen dat bewuste intenties nooit een rol spelen in wat we doen, en dat we daarom geen vrije wil hebben? Mijn suggestie is dat we eerst moeten kijken naar de rol die bewuste intenties normaal gesproken spelen en waarom ze zo belangrijk zijn voor vrije wil. Ik stel het volgende: alleen als een bewuste intentie veroorzaakt wat we doen is er sprake van intentioneel handelen, en alleen als we intentioneel handelen kunnen we vrij zijn. Intentionele handelingen kunnen we toeschrijven aan de persoon: dit zijn dingen die we doen omdat we er redenen voor hebben en waar we controle over hebben. Bijvoorbeeld: ik loop intentioneel naar de supermarkt omdat het brood op is en het bijna lunchtijd is. Het lopen naar de supermarkt is niet iets dat mij overkomt, maar is iets dat ik doe. Het is logisch om vrije wil te beperken tot dergelijke intentionele handelingen.
Deze bewuste intentie heeft een belangrijke functie in het nadenken over vrije wil en intentioneel handelen. We kunnen namelijk op basis hiervan ook vaststellen wat de intentionele handeling is, en vooral ook wat het niet is. In de eerste plaats kunnen we op basis van de bewuste intentie een onderscheid maken tussen de intentionele handeling, het lopen naar de supermarkt, en andere omschrijvingen die we kunnen geven van ons gedrag. Zo kan het zijn dat ik tijdens het lopen naar de supermarkt op een mier ga staan, of dat ik de buurman laat zien dat ik niet thuis ben. Dit zijn echter niet dingen die ik doe met een intentie en daarom is dit niet iets dat ik ook intentioneel doe. Je zou kunnen zeggen dat ik dit onbedoeld ook doe. Ten tweede volgt uit deze analyse dat ik ook intentioneel kan handelen als ik niet vooraf een afweging heb gemaakt over wat ik ga doen. Als ik elke zaterdag voor de lunch naar de supermarkt ga om brood te kopen, hoef ik geen beslissing meer te nemen maar word ik mij slechts van deze intentie bewust, bijvoorbeeld als ik op de klok kijk.
Bewuste intenties én onbewuste invloeden
Als we nu opnieuw kijken naar de experimenten wordt duidelijk dat helemaal niet volgt dat bewuste intenties geen verschil maken. De centrale boodschap is dat we de intentionele handeling moeten isoleren. Ook al zouden we uit hersenonderzoek zoals dat van Libet kunnen concluderen dat de bewuste intentie om de pols te bewegen voorspeld kan worden op basis van onbewuste processen en wegen de proefpersonen geen opties af, dan nog kan deze polsbeweging prima een intentionele handeling zijn die door de bewuste intentie om dat te doen is veroorzaakt. Daarnaast kan, als we kijken naar het psychologisch onderzoek, de manier waarop ik naar de supermarkt loop, bijvoorbeeld onbedoeld iets langzamer of iets vroeger dan anders, beïnvloed zijn door een reclame die ik op televisie zag over rollators of door de geur van vers brood, maar hier volgt niet uit dat ik niet intentioneel naar de supermarkt loop. Bovendien maakt het mij niet uit hoe laat of hoe snel ik exact naar de supermarkt loop. Dus: onbewuste invloeden en intentionele handelingen sluiten elkaar niet uit. Daarmee laten deze experimenten niet zien dat vrije wil een illusie is.
Waarden en overtuigingen
Dit sluit echter niet uit dat we soms onbedoeld iets doen dat we wel problematisch vinden, dat ingaat tegen onze intenties, waarden en overtuigingen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het experiment waarin proefpersonen de beste politiechef moesten selecteren en onbewust beïnvloed werden door het feit dat de ene kandidaat een man was en de andere een vrouw. In dit geval hebben ze misschien de bewuste intentie om de beste politiechef te selecteren, maar doen ze ook onbewust iets dat wellicht ingaat tegen hun overtuiging dat mannen en vrouwen in principe even geschikt zijn voor een dergelijke functie. Dit is duidelijk een andere situatie: hier doe ik onbedoeld iets dat ik niet wil doen. Een andere conclusie die uit mijn analyse van de experimenten volgt is dan ook dat we de relatie tussen vrije wil en onbewuste processen moeten onderzoeken in relatie tot onze waarden en overtuigingen.
Links
Het Abraham Kuyper Center, waarbinnen ik mijn promotieonderzoek heb uitgevoerd:
http://www.abrahamkuypercenter.nl
Naar openbare delen van het proefschrift, waaronder een Nederlandse samenvatting:
http://dare.ubvu.vu.nl/handle/1871/55701