11 februari 2014 /
Vijf jaar evolutiedebat in Nederland

In de afgelopen jaren is er in christelijke kring opnieuw veel gedebatteerd over de relatie tussen scheppingsgeloof en de evolutietheorie. Waar in het bredere, publieke debat over wetenschap en godsgeloof dit thema naar de achtergrond is verdwenen – dagblad Trouw kopte onlangs zelfs: ‘Twist over Adam of Aap is passé’ (zie hier de pdf van dit artikel) – zien veel orthodoxe christenen het onderwerp als zeer fundamenteel. Ook op deze website is er in de afgelopen jaren daarom regelmatig aandacht aan besteed.
In het Nederlands Dagblad blikt wetenschapsjournalist René Fransen in het essay ‘Wat ik leerde van vijf jaar Darwindebat’ terug op de discussie. In 2009 publiceerde Fransen zijn boek Gevormd uit sterrenstof, waarin hij betoogt dat er veel bewijs is voor evolutie en zoekt naar een manier om dit te verbinden met zijn geloof. Sindsdien is hij hierover vele malen in debat gegaan. Fransen noemt in zijn essay een aantal zaken die hij geleerd heeft van deze debatten.
Zo zegt hij onder meer zich te realiseren dat het heel lastig is om afzonderlijke ‘bewijzen’ voor evolutie aan niet-wetenschappers uit te leggen. Soms is het alleen maar mogelijk om, aan wie het bewijs niet ziet, te vragen om ‘respectvol te luisteren naar mensen die in alle oprechtheid zeggen niet om het bewijs voor evolutie heen te kunnen’. Ook blijkt het geen goed idee, aldus Fransen, om allerlei personen uit de (kerk)geschiedenis, zoals de kerkvaders of C.S. Lewis, op te voeren als steun voor je eigen standpunt. Voor je het weet laat je hen buikspreken. Leren van de geschiedenis kan, maar we moeten ervoor waken onze eigen vooroordelen erin te lezen.
Een ander punt dat Fransen noemt is dat de discussie zijns inziens vaak ten diepste gaat over Bijbelvisie. Fransen: ‘Een belangrijke reden waarom mensen mijn argumenten voor evolutie niet accepteren is dat dit theologische vragen oproept. Hoe lezen we Genesis, en de teksten in het Nieuwe Testament die naar de schepping en de zondeval verwijzen. Dat weerhield mij er jarenlang van om het bewijs voor evolutie te erkennen. Misschien moet de discussie meer gaan over Bijbelwetenschap, en minder over fossielen. Mijn kijk op de Bijbel is de afgelopen jaren wel veranderd. Ik ben mij meer bewust geworden van de culturele en menselijke kant van wat ik toch echt nog als Woord van God erken.’ Daarom zou het goed zijn, meent Fransen, dat ook theologen zich nadrukkelijker met dit debat gaan bemoeien.
Ten slotte merkt hij op: ‘De debatvorm is eigenlijk niet geschikt voor het bespreken van de kwestie schepping/evolutie. Ik merk dat ik gemakkelijk word meegezogen in een woordenstrijd en probeer het debat te winnen. Maar als ik mijn tegenstander wil verslaan, luister ik niet echt inhoudelijk naar de argumenten. Het is daarom veel vruchtbaarder om elkaar in een gesprek te ontmoeten.’
Lees het essay (achter betaalmuur)