27 mei 2022 / 

Verbeelding als de motor van het denken

De wereld van onze kennis lijkt verdeeld in twee rijken: dat van de wetenschap, gebaseerd op ratio, logica en feiten, en dat van waarden, die komen uit domeinen als religie of kunst. De academische wereld is dan ook opgedeeld in ‘wetenschappen’ en de ‘liberal arts’. Die kloof is kunstmatig, want verbeelding is een belangrijk biologisch principe dat essentieel is voor ons denkvermogen, beargumenteert hoogleraar filosofie Stephen T. Asma van Columbia College, Chicago (VS).

De ratio kan niet zonder irrationaliteit. Dat is het thema van het essay dat Asma publiceerde in het online tijdschrift Aeon. In de eerste helft van de twintigste eeuw was er volop belangstelling van filosofen voor het belang van het irrationele. De opkomst van de analytische filosofie en positivistische wetenschap maakten daar voor een groot deel een eind aan.

Verbeelding

De kloof tussen rationeel en irrationeel werd steeds breder, maar volgens Asma is de beste manier om die te overbruggen er in afdalen. Dat pad loopt volgens de filosoof via ‘mythopoëtische cognitie’, waarin verbeelding en ratio samenkomen. Asma werkte drie jaar in een project dat twee groepen samenbracht: de eerste bestond uit religiewetenschappers, filosofen en journalisten, de tweede uit ontwerpers, programmeurs en technici afkomstig uit Silicon Valley.

Uit de gesprekken tussen de groepen bleek bijvoorbeeld dat technici die betrokken waren bij het Neuralink project van Elon Musk (om een directe link te maken tussen brein en computer) nauwelijks nadachten over de ethische kant hiervan. Maar deelnemers uit de menswetenschappen bleken woedend te worden wanneer een wetenschapper aanvoerde dat sommige mannelijke en vrouwelijke kenmerken door natuurlijke selectie zijn ontstaan.

Rationaliteit

Asma voert aan dat juist verbeelding in al zijn vormen, zoals dagdromen of het maken van verhalen of kunstwerken, de moto is van onze verstandelijke vermogens. Verbeelding helpt ons de wereld te begrijpen en te anticiperen op wat er kan gebeuren door ons een ‘mogelijke wereld’ voor te schotelen. Het is bovendien een zeer oude vaardigheid, die ontstond voor taal en rationaliteit. We kunnen rotstekeningen van duizenden jaren oud begrijpen, omdat de beelden direct tot ons spreken. Dat gebeurt ook bij dans, verhalen, muziek maar ook religieuze rituelen.

Een probleem is dat we gedrag zijn gaan zien als de ‘stimulus-respons’ van het behaviorisme, terwijl ons brein wordt voorgesteld als een computer. Maar mensen reageren niet automatisch op stimuli, en computers kennen geen verbeelding. Ze kunnen tegenwoordig wel kunst maken maar alleen door het mengen van bestaande componenten. Er zit geen doel achter dit soort computerkunst, terwijl menselijke kunstenaars, al zijn het dadaïsten, wel degelijk een doel nastreven.

Onderzoek

Het essay van Asma eindigt met vijf richtingen voor onderzoek naar de integratie van verbeelding en rationaliteit. Allereerst zou er een duidelijker classificatie van verbeelding moeten komen. Ook is onderzoek naar psychedelica nodig, die de cognitie in de war stuurt en daardoor helpt bij ‘out of the box’ denken. Ook is het nodig de grenzen tussen ratio en verbeelding in kaart te brengen, mede om te zien waar ze overlappen. Een vorm van antropologisch onderzoek is verder nodig om de werking van verbeelding te beschrijven. En ten slotte is het belangrijk dat we de vreemdheid van verbeelding durven omarmen.

Er lijkt en enorme kloof te bestaan tussen wetenschap, kunst en religie, maar in werkelijkheid zijn ze met elkaar verbonden door verbeelding, zoals continenten verbonden zijn door de aardplaten waarop ze zich bevinden. Verbeelding is, besluit Asma, de plaattektoniek van het verstand.

Lees het hele artikel in het online magazine Aeon: Stephen T. Asma, Imaginology
Illustratie: Three Rivers petroglyphs in New Mexico, foto Stephen T. Asma