Geschreven door Ab Flipse / 

16 januari 2012 / 

Van Darwin naar Hitler

Vorige week was het weer raak. Een artikel, in het Katholiek Nieuwsblad deze keer, geïllustreerd met een prent van Adolf Hitler, broederlijk naast Charles Darwin, en een onderschrift dat begint met: ‘Darwin heeft het vast niet zo bedoeld, maar…’ Vult uzelf verder maar in, want de boodschap is al duidelijk uit de illustratie.

In sterk gepolariseerde discussies (zoals het debat over schepping en evolutie) wordt natuurlijk wel vaker een – ongepaste – verwijzing naar Hitler en de nazi’s gemaakt. In dit geval ligt dat toch net iets anders. De relatie tussen Darwins evolutietheorie en het nazisme is historisch namelijk wel degelijk interessant. Maar prenten met Hitler en Darwin, en te makkelijk gelegde verbanden, dragen natuurlijk weinig bij aan serieus historisch begrip.

In bovengenoemd artikel werd verwezen naar de historicus Richard Weikart, die diverse boeken en artikelen heeft geschreven over de invloed van Darwins evolutietheorie op het nazisme, zoals From Darwin to Hitler: Evolutionary Ethics, Eugenics and Racism in Germany (2004) en Hitler’s Ethic. The Nazi Pursuit of Evolutionary Progress (2009).

Weikart heeft behoorlijk uitgebreid onderzoek gedaan naar de debatten over de ethische, sociale en politieke implicaties van het darwinisme in Duitsland in de late negentiende en vroege twintigste eeuw en hij heeft een uitgesproken opvatting. Hij stelt dat de ideologieën die toen ontstonden en stromingen als het sociaal-darwinisme en eugenetica, altijd op gespannen voet stonden met de christelijke ethiek. Verder betoogt hij dat ook Hitler een overtuigd aanhanger was van ‘het darwinisme’ en er zijn misdaden mee rechtvaardigde. Hitler werd bovendien gesteund door vooraanstaande wetenschappers.

Weikart vindt dit niet slechts een historisch interessante kwestie. Hij is van mening dat Darwins evolutietheorie niet alleen hééft geleid, maar ook noodzakelijk moet leiden tot afbraak van de christelijke ethiek met betrekking tot de heiligheid en beschermwaardigheid van het leven. Hij neemt zelf een ‘pro life’ standpunt in, in het debat over euthanasie, abortus en stamcelonderzoek.

De vraag is echter of zijn historische studies hem hiervoor de argumenten kunnen verschaffen. Ten eerste is er fundamentele kritiek geleverd op zijn historische theses. Er zijn, zo luidt die kritiek, misschien ideeën bij Hitler te vinden die ‘darwinistisch’ aandoen – de strijd om het bestaan, het verbeteren van het menselijk ras, het overleven van de sterksten – maar dit betekent niet dat Hitler zelf goed op de hoogte was van Darwins theorie. Bovendien zijn dit ideeën die bij velen waren te vinden, ook bij hen die Darwins theorie verwierpen.

Ook heeft Weikart te weinig oog voor de concrete historische situatie waarbinnen het nazisme ontstond: Duitsland na de Eerste Wereldoorlog, de politieke onrusten, en het al veel langer bestaande anti-semitisme. De historische these van Weikart overtuigt dan ook niet.

Niettemin is het wel duidelijk dat ‘darwinistische’ noties een rol hebben gespeeld in allerlei onfrisse ideologieën in deze periode. Huidige verdedigers van de evolutietheorie stellen meestal dat het hier dan gaat om misbruik van een wetenschappelijke theorie die op zichzelf slechts beschrijvend is. Het kan de wetenschappelijke theorie of bedenker ervan niet worden verweten dat anderen die hebben misbruikt voor hun kwaadaardige ideologie.

Het is aan de andere kant echter ook de vraag of dit argument hout snijdt. Historici hebben juist laten zien dat de grens tussen Darwins biologische theorie, het sociaal-darwinisme en de eugenetica aan het begin van de twintigste eeuw helemaal niet zo scherp was. Sociaal-darwinisme en eugenetica konden juist zo invloedrijk zijn, omdat ze als wetenschap werden gezien. Weikart heeft dan ook een punt als hij deze kritiek a-historisch noemt: men meet het verleden af aan onze maatstaven van wetenschap. Weikart gaat echter zelf de fout in als hij de misstappen van toenmalige wetenschap(pers) de huidige evolutietheorie aanrekent. Dan is hij zelf juist a-historisch bezig.

Moeten we dan helemaal geen lessen trekken uit de kwalijke rol die elementen uit Darwins theorie, en sommige wetenschappers, hebben gespeeld in deze periode? Een les moet volgens mij zijn dat het niet vanzelf spreekt dat wetenschap neutraal is. Neutraliteit moet altijd bevochten worden. En daarin ligt een grote verantwoordelijkheid voor wetenschappers.

 

Ab Flipse

Dr. Ab Flipse is universiteitshistoricus aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij was van 2011 tot 2015 werkzaam bij ForumC, waar hij betrokken was bij verschillende projecten op het gebied van geloof en wetenschap. Hij was onder meer hoofdredacteur van www.geloofenwetenschap.nl.