8 januari 2022 /
Theoloog en astrofysicus David Wilkinson over de Big Bang en geloof

David Wilkinson is astrofysicus en theoloog, en promoveerde in beide vakgebieden. In een lezing aan de Pfeiffer University legt hij de geschiedenis van het universum uit en gaat in op de vraag hoe die kennis zich verhoudt tot een geloof in de God van de Bijbel.
Wilkinson werkte als predikant binnen de methodistische kerk, een protestantse stroming die ontstond in de eerste helft van de 18e eeuw uit een opwekkingsbeweging geleid door de broers John en Charles Wesley. In deze kerk zijn het streven naar morele en geestelijke volmaaktheid (piëtisme) en sociale bewogenheid centraal. Inmiddels is Wilkinson verbonden aan de Britse universiteit van Durham, als Principal van St John’s College.
In een interview op de website van Pfeiffer University stelt Wilkinson dat de geloofsleer van deze stroming hem heeft geholpen om geloof en wetenschap bij elkaar te brengen. Voor methodisten is theologie iets om te doen: de Wesley’s zetten zich bijvoorbeeld in voor de afschaffing van de slavernij.
Big Bang Theory
Daarnaast is voor methodisten de wereld van nu belangrijk, zij geloven dat God deze uiteindelijk zal transformeren tot volmaaktheid: de nieuwe hemel en aarde die in de Bijbel worden genoemd. De wereld zoals die nu bestaat – en die door de wetenschap wordt beschreven – doet er dus toe, ze is niet gedoemd te verdwijnen.
In de lezing, die online te zien is, vertelt Wilkinson uitgebreid over d ontwikkeling van het universum vanaf de Big Bang – met daarin ook een scene uit Ýoung Sheldon’ een spin-off van de bekende serie ‘The Big Bang Theory,’ waarin de jonge Sheldon tijdens een kerkdienst in discussie gaat met de predikant.
Kus
Wilkinson beschrijft tot waar de wetenschap terug kan kijken: tot een factie van een seconde na de oerknal. Daar staat tegenover dat de natuurkunde slechts 5 procent van de materie in het universum kan zien en verklaren. Er zijn dus grenzen aan wat de wetenschap op dit moment kan. Maar Wilkinson vindt het niet verstandig om God dan maar te gebruiken als verklaring voor wat de wetenschap niet kan verklaren.
Via vier open vragen die je kunt stellen over het universum behandelt Wilkinson de relatie tussen geloof en wetenschap. De eerste is de ‘oorsprongsvraag’, waar komt alles vandaan? God als oorzaak van de Oerknal is een ‘God van de gaten’, die bovendien niet in overeenstemming is met de God van de Bijbel, die voortdurend betrokken is bij de wereld. Dan is er de vraag naar doel, bewijst de wetenschap dat er geen doel is? Wilkinson geeft een feitelijk-technische beschrijving van een kus – die is correct, maar mist het doel van de kus.
Koolstof
De derde vraag is die van het ontwerp van het heelal. Allerlei processen zijn precies geschikt voor leven. Atheïst en sterrenkundige Fred Hoyle heeft gezegd dat niets zijn ongeloof zo deed schudden als de ontdekking hoe fijn de natuurwetten afgestemd moeten zijn om een heelal te krijgen waarin koolstof kan ontstaan. De laatste vraag van Wilkinson is hoe we God leren kennen. Niet door de feitjes of gaten in onze kennis, stelt de theoloog-astrofysicus, maar door wat we leren van Jezus van Nazareth.
Wilkinson sluit de sessie af met het beantwoorden van vragen uit de zaal.
De hele lezing is via een Zoomlink (wachtwoord: n=mr2Wzc) te bekijken, met audiodescriptie.