Staan wetenschap en religie tegenover elkaar?

“Science flies you to the moon”, zei de onlangs overleden Victor Stenger, “but religion flies you into buildings”. Een stekelige oneliner die erg populair is, zoals iedereen kan vaststellen die weet hoe Google werkt. De uitspraak speelt in op de traditie in het moderne Westen om ‘wetenschap’ en ‘religie’ tegenover elkaar te zetten als onverzoenlijke grootheden. En vervolgens maakt de zin ook meteen duidelijk waar onze sympathie zou moeten liggen: ‘wetenschap’ zorgt voor coole en nuttige dingen, zoals ruimtereizen; ‘religie’ zorgt voor dood en verderf, zoals we gezien hebben op 9/11.
Maar zoals bijna alle oneliners is ook deze akelig slordig. Stenger lijkt over het hoofd gezien te hebben dat de terroristen van 9/11 toch heus in wetenschappelijk ontworpen vliegtuigen zaten en dat zij wetenschappelijke training hadden ontvangen. Zonder wetenschap waren Mohammed Atta c.s. helemaal nergens heen gevlogen. “Science flies you to the moon and into buildings” doet meer recht aan de feiten.
Misbruik
Natuurlijk, de tegenwerping ligt voor de hand: terroristen misbruiken de wetenschap voor hun eigen doeleinden. Dat klopt, maar waarom zijn velen niet bereid diezelfde tegenwerping te accepteren als het gaat om religie? Het probleem van Stengers oneliner is de suggestie dat een terrorist die onder het aanroepen van Allah een vliegtuig in een wolkenkrabber vliegt, een verkeerd gebruik maakt van wetenschap en een juist gebruik van religie. Dat is behalve slordig denken ook een akelige aantijging. Laten we het onder ogen zien: er zijn blijkbaar mensen die bereid zijn alles te misbruiken (zowel religie als wetenschap) om hun zieke doelen te bereiken.
De reden dat velen dit niet onder ogen (willen) zien, is deze: in de voortdurend herhaalde idee dat ‘religie’ en ‘wetenschap’ met elkaar in conflict zouden zijn, wordt gesjoemeld met begrippen. In vaktaal: ‘wetenschap’ wordt essentialistisch gebruikt, terwijl ‘religie’ fenomenologisch wordt gebruikt. Zodra het over ‘wetenschap’ gaat, bedoelt men een gepassioneerde, methodologisch verantwoorde, transparante zoektocht naar empirische feiten en causale verbanden – geheel geschoond van menselijke belangen, politieke afhankelijkheid, en dergelijke. En zodra het over ‘religie’ gaat, bedoelt men ‘religie’ in heel haar bonte verscheidenheid van duizenden jaren – waarbij dan meestal ook nog de nadruk ligt op de negatieve aspecten van religie. Het resultaat is voorspelbaar.
Cultureel fenomeen
Maar zo kun je twee culturele fenomenen natuurlijk niet met elkaar vergelijken. Net zo goed als ‘religie’, is ‘wetenschap’ een cultureel fenomeen met een traditie van honderden jaren. Als een priester die een kind misbruikt een voorbeeld is van ‘religie’, dan is een arts die checkt of een gevangene nog wat langer gemarteld kan worden voordat hij bezwijkt, een voorbeeld van ‘wetenschap’. ‘Wetenschap’, dat is een frauderende professor, Joseph Mengele, gifgas, concentratiekampen, atoombommen, een kwaadaardige piloot, een ontwerper van vervuilende technieken, proefdieren voor de cosmetica-industrie, enzovoort.
‘Wetenschap’ gaat ook niet alleen maar over bepaalde technieken en methodes; het gaat ook over motivaties, attitudes, handelwijzen. ‘Wetenschap’, dat is ook de nieuwsgierigheid hoe bepaalde explosieven of gassen uitwerken op het menselijk lichaam. ‘Wetenschap’, dat is ook de vraag of kinderen die geen taalaanbod krijgen later nog leren spreken – én de behoefte om daarvoor een experiment op te zetten. ‘Wetenschap’ is het verlangen om je collega’s de loef af te steken, desnoods met valse trucs. Het is stelen van intellectueel eigendom en het is ook je gezin verwaarlozen vanwege je obsessie met het vinden van wetenschappelijke antwoorden.
Vanzelfsprekend, ‘wetenschap’ is nog veel meer dan dat en ik ben de eerste om te zeggen dat het goede de overhand heeft. Maar we komen wetenschap nu eenmaal nooit op straat of ergens anders tegen in die stralende, schone essentie van een zoektocht naar kennis. Wij komen haar alleen tegen in een jas vol bloed- en olievlekken, ruikend naar gas, waaraan herinneringen kleven van onnoemelijk menselijk leed.
Verlangen
‘Wetenschap’ is een historisch, eeuwenoud fenomeen waarin alles gebeurt wat menselijk is. En het is ook een bepaalde essentie die door dit alles heen steeds weer schemert: de zoektocht naar kennis, het verlangen om te weten. En zo is ‘religie’ een oeroud fenomeen waarin alles gebeurt wat God verboden heeft, maar religie kunnen we ook beschouwen als een verlangen om te kennen, eerbied te koesteren, lief te hebben. Beide, wetenschap en religie, zijn culturele fenomenen. Soms botsen ze, soms versterken ze elkaar, soms gaan ze rustig hun eigen weg. Maar de vraag of religie en wetenschap tegenover elkaar staan, kan alleen beantwoord worden, als we duidelijk maken wat we precies bedoelen met ‘wetenschap’ en ‘religie’. Helaas gebeurt dat zelden of nooit. Dat biedt een vruchtbare bodem voor oneliners, maar weinig mogelijkheden voor groeiend inzicht.