2 december 2011 / 

‘Spiritualiteit geworteld in hersenstam’

‘Een helder en behoorlijk overtuigend argument dat spiritualiteit een sterke biologische en neurologische component heeft, en wellicht zelfs niet uniek menselijk is’, schrijft godsdienstfilosoof Taede A. Smedes in een recensie van het boek De goddelijke hersenstam: Een neuroloog verklaart bijna-doodervaringen van neuroloog Kevin Nelson.

Nelson is zeer kritisch over ideeën die als die van Pim van Lommel, auteur van Eindeloos bewustzijn: Een wetenschappelijke visie op de bijna-dood ervaring (2007) en Mario Beauregard en Denise O’Leary, auteurs van  Het spirituele brein: Bewijzen voor het bestaan van de ziel (2008).

Met een leven na de dood of een eindeloos bewustzijn hoef je bij Kevin Nelson niet aan te komen. Spiritualiteit, zo betoogt Nelson, vindt haar biologische wortels in de werking van de hersenstam: ‘Bijna-doodervaringen zijn geen bewijs voor het bestaan van een onsterfelijke ziel. Nelson beschrijft dat wanneer het hart ophoudt met kloppen, dat dan weliswaar de persoon het bewustzijn verliest, maar dat de hersenactiviteit nog enige tijd doorgaat. Niet alleen zet de hersenstam in dat geval bepaalde mechanismen in werking ten behoeve van het overleven van de persoon, maar ook is het mogelijk dat de hersenen nog ‘input’ van de zintuigen registreren. Het zou pas echt miraculeus zijn, aldus Nelson, als iemand die ook hersendood is geweest (waar dus alle hersencellen van zijn afgestorven) opnieuw tot leven zou komen en ervaringen zou beschrijven, maar dat is volgens hem nog nooit gebeurd.’

Toch is Nelsons boek volgens Smedes niet anti-religieus of anti-spiritueel: ‘Nelson geeft toe dat een biologische of neurologische verklaring geen uitspraak kan doen over de authenticiteit van de ervaringen zelf. Nelson gaat dus niet mee met Dawkins en anderen die op basis van biologische verklaringen concluderen dat spirituele ervaringen illusies of waanbeelden zijn.’

Lees de recensie van Taede A. Smedes, ‘Het spirituele brein’ op www.wetenschap24.nl