13 maart 2015 /
Schepping en Tora


Hoe verhoudt de Tora zich tot de schepping? Daarover schreef Bart Wallet, onderzoeker joodse studies aan de UvA, een column.
De gave van de Tora is in het jodendom de belangijkste gebeurtenis uit de geschiedenis. Toch beginnen de heilige boeken van de joden niet met de tora, maar met de schepping. En dat scheppingsverhaal begint met de letter beth, de tweede van het Hebreeuwse alfabet. De eerste letter van het alfabet, alef, is de eerste letter van de Tien Woorden, de ‘korte samenvatting’ van de Tora.
Dit symboliseert de nauwe verbondenheid tussen schepping en Tora, maar ook het feit dat de Tora aan de schepping vooraf gaat, schrijft Wallet: “al voor de schepping van de wereld was de Tora er. Die is daarom van eeuwigheid.” Het belang van de relatie tussen Woord van God en schepping ligt er volgens Wallet in dat dit laat zien dat de hele wereld onder Gods bestuur valt.
Wallet stelt verder dat de Tora allerlei regels kent om goed te zorgen voor de schepping, zodat Israël de natuur niet zou vergeten en helemaal zou opgaan in de studie van de Tora. Bovendien laat de Bijbel zien dat Schepper en schepping niet hetzelfde zijn, maar ook niet los van te maken zijn van elkaar.
Wallet gaat ook nog in op de zorgvuldige compositie van de eerste verzen van Genesis: “Het eerste woord, be-resjiet, in het begin, telt precies zes letters in het Hebreeuws: de zes dagen van de schepping. De eerste zin van de Bijbel telt zeven woorden: de zeven dagen van de week. Die zin heeft precies 28 letters: de dagen van de Hebreeuwse maand. In de Bijbelse beschrijving van het begin van de wereld ligt zo de structuur van de schepping al besloten.”
De column is te lezen op de website Habakuk.nu