Geschreven door Hans van Eyghen / 

22 juni 2018 / 

Religieus geloof wegverklaard?

Religieus geloof zou onredelijk zijn in het licht van de huidige psychologie. Dit wordt soms geclaimd door prominente atheïsten zoals Richard Dawkins en Daniel Dennett. Je hoort het ook vaak in gesprekken over geloof of in de media. Het argument voor deze claim wordt echter zelden uitgewerkt. Vaak wordt de claim ook niet goed onderbouwd met wat de psychologie dan wel zou beweren over religieus geloof. In dit stuk zal ik twee argumenten formuleren en betogen dat het niet overtuigend is.

1. Psychologische verklaringen van religie

Psychologie is anders dan fysica of biologie. Waar er in de biologie en fysica een breed gedragen consensus bestaat over een aantal theorieën is er over veel minder consensus in de psychologie. Er kan dus ook niet gesproken worden over de psychologische verklaring van religieus geloof maar eerder over een groot aantal (rivaliserende) verklaringen van religieus geloof. Ik kan niet alle verklaringen samenvatten in het bestek van dit stuk maar bespreek twee prominente verklaringen.

 

1.1 Goden zorgen voor samenwerking

Éen verklaring stelt dat mensen religieus zijn omdat dit evolutionair voordelig was. Religieus geloof helpt mensen namelijk om samen te werken. Mensen zijn meer dan elke andere soort afhankelijk van samenwerken voor hun overleving. Dit stelt mensen in staat om veel te bereiken maar maakt hen ook kwetsbaar. Bij samenwerking moet je er op kunnen rekenen dat anderen hun woord zullen houden en niet zullen profiteren van jouw werk zonder zelf iets bij te dragen. Religieus geloof zou ervoor kunnen zorgen dat mensen meer geneigd zijn hun woord te houden en minder geneigd om te profiteren. Als mensen geloven dat er een God is die hen in de gaten houdt en bovendien mensen beloont of straft naarmate van hun moreel gedrag, is er een sterke drang om samen te werken. Door dit geloof is er dus meer en betere samenwerking en heeft de mens betere kansen om te overleven.

 

1.2. Hyperactief levende wezens detecteren

Een ander verklaring stelt dat religieus geloof het resultaat is van een menselijk neiging om snel patronen of sporen van levende wezens te zien in hun omgeving. Een kronkelende boomwortel wordt zo snel gezien als een slang. Geluid van ritselende bladeren wordt snel gezien als een teken van een wild dier of mens. De neiging om hyperactief levende wezens te zien in je omgeving zou evolutionair voordelig zijn. Het is in een onzekere wereld namelijk verstandig om op je hoede te zijn. Te veel levende wezens detecteren leidt hoogstens tot tijdsverlies en irritatie. Éen levend wezen te weinig detecteren kan makkelijk het laatste zijn wat je doet, vooral als dit levend wezen een roofdier is.

Omdat ze hyperactief zijn maken mensen snel fouten in het detecteren van levende wezens. Meestal worden de fouten gecorrigeerd. Geleidelijk aan kan echter het besef groeien dat er onzichtbare levende wezens in de buurt zijn. Dit gebeurt vooral als mensen herhaaldelijk het gevoel krijgen dat er een levend wezen in de buurt is zonder iets te zien. Zo zou snel het geloof in geesten en later in goden groeien.

 

2. Incompatibel?

Een eerste manier waarop verklaringen zoals hierboven kunnen aantonen dat religieus geloof onredelijk is, is door incompatibel te zijn met religieus geloof. Er lijkt een conflict te zijn over wat de oorzaak van religieus geloof is. De verklaringen hierboven stellen dat de oorzaak volstrekt natuurlijk processen zijn (natuurlijke selectie en/of detectie van levende wezens). Gelovigen stellen vaak dat hun geloof een bovennatuurlijke oorzaak heeft, namelijk God.

Tegen dit argument kan je inbrengen dat de natuurlijke oorzaken niet uitsluiten dat er (ook) een bovennatuurlijke oorzaak is. God kan de evolutie zo geregisseerd hebben dat mensen religieus geloof ontwikkelen. God is zo de indirecte oorzaak van religieus geloof. Het kan ook dat de verklaringen hierboven niet het volledige verhaal over hoe religieus geloof gevormd wordt vertellen. Zo kan het dat naast hyperactieve detectie van levende wezens ook een goddelijke openbaring religieus geloof veroorzaakt.

 

3. Een verdacht proces?

Een tweede manier waarop psychologische verklaringen religieus geloof kunnen ‘wegverklaren’ is door te tonen dat religieus geloof voortkomt uit een verdacht proces. Een verdacht proces is een proces waarvan je niet kan verwachten dat het tot waarheid leidt. Het typevoorbeeld is wensdenken. Wie vertrouwt op wensdenken om waarheid te achterhalen zal vaak bedrogen uitkomen.

De vraag is dus of psychologische verklaringen aantonen dat religieus geloof ook door een verdacht proces wordt geproduceerd. Als religieus geloof het resultaat is van het hyperactief detecteren van levende wezens lijkt dit het geval. De verklaring stelt dat mensen erg snel geloven dat er een levend wezen in de buurt is ook als dat niet werkelijk het geval is. Het gevoel dat er iets is ook al is er niets te zien zou zelfs aan de basis liggen van geloof in geesten en goden. Het lijkt dus sterk alsof religieus geloof terug gaat op fouten die onze menselijke geest maakt. Zo’n proces is verdacht.

Ook op dit argument valt veel aan te merken. Vooreerst is het niet duidelijk dat elke vorm van religieus geloof op deze manier gevormd wordt. Het verhaal dat de theorie schetst sluit beter aan bij geloof in geesten maar minder bij geloof in een trinitaire God. Een belangrijker tegenargument is dat de theorie lijkt uit te gaan van naturalistische aannames.1 Er wordt namelijk niet beargumenteerd waarom elk geloof in onzichtbare wezens het gevolg is van fouten. De optie dat sommige onzichtbare wezens zich kenbaar kunnen maken wordt niet ernstig genomen. In theïstische wereldbeelden2 is het niet zonneklaar dat onzichtbare wezens zich niet kenbaar kunnen maken.

 

4. Conclusie

Andere argumenten op basis van één van beide of andere verklaringen zijn mogelijk. Wat ik hier schreef toont echter dat een claim als ‘religieus geloof is onredelijk in het licht van de huidige psychologie’ niet evident is. Ik heb ook betoogd dat enkele voor de hand liggende argumenten niet overtuigend zijn.

 

Noten

[1] Naturalisme is de these dat enkel de natuurlijke wereld bestaat en er dus niets bovennatuurlijks bestaat.
[2] Theïsme is de these dat er tenminste één God bestaat.

Hans van Eyghen