Geschreven door Jan Riemersma / 

17 februari 2015 / 

Een religieuze wereld

Is de wereld waarin wij leven naturalistisch of religieus? De feiten lijken te zeggen dat wij een voortplantingsmachine zijn in een uitgestrekt, leeg heelal. Dit ‘harde’ naturalistische model kan echter worden aangevochten.

 

Besluit

De mens is ontegenzeggelijk een maaksel van de evolutie (het past filosofen en theologen niet om te tornen aan de meest betrouwbare wetenschappelijke theorieën). Wij zijn door de evolutie opgeleverd als een levend instrument dat adequaat moet handelen. De evolutie ziet alleen onze buitenkant en ons gedrag. Verstand en cognitie tellen voornamelijk mee als deze bijdragen aan ’t vermogen van de mens om adequaat te handelen. Een goed verstand is bedoeld om er iets mee te doen.

Een ‘adequate handeling’ is een ingewikkelde gebeurtenis. Het vereist, tenminste, dat een mens een beredeneerde keuze kan maken. De mens moet uit verschillende ‘mogelijke’ toekomstbeelden de meest bruikbare kiezen. Het bestaan van de mens gaat over een lang, dun pad door tijd en ruimte, waarbij hij vrijwel om de volgende stap moet besluiten waar heen te gaan en wat te doen: schrijf je een brief, grijp je deze kans, ga je op reis- zal ik een aanzienlijk deel van mijn loon aan de armen schenken?

Waarden

Wie keuzes moet maken heeft goed gereedschap nodig. Men moet de beschikking hebben over ‘waarden’. Wie een waarden-loos leven leidt, kán eenvoudigweg geen besluiten nemen. Ons leven is daarom, in letterlijke zin, waarden-vol. Wij zijn dan ook ethische wezens: al onze keuzes draaien om waarden. Wij kunnen deze waarden schenden of eerbiedigen. Dit is voortdurend het geval. Besluiten wij om nieuwe schoenen te kopen, als een aardigheidje, dan is dat een ethische handeling: men zou het geld voor de schoenen hebben kunnen schenken aan een goed doel.

Een mens kan daarom zelfs volgens de meest ‘harde’ naturalistische opvatting geen waarden-loos wezen zijn. Wij leven niet in de slechtste van alle werelden en niet in de beste: wij leven in een ‘ethische’ wereld waarin wij, of we dit nu aangenaam vinden of niet, voortdurend goed en kwaad doen.

Eenheid

Om adequaat te kunnen handelen zal een mens een betrouwbare eenheid moeten zijn van lijf, leden en geest. Steeds zal ons brein de samenhang van onze motoriek, onze waarneming en onze inzichten moeten waarborgen. Zou één van deze zaken uit de pas lopen, dan is een mens hopeloos verloren. Een onwillig been, een verwarde geest, een dwarse spier, een troebel oog, een vergroeide rug, een onjuist inzicht, ja, zelfs de kleinste storing in het brein is al voldoende om de soepele machinerie van oog, brein en hand tot stilstand te brengen en de mens weerloos over te leveren aan elk mogelijk gevaar. Om de noodzakelijke eenheid te waarborgen heeft de evolutie aan geheel de mens, van top tot teen, een strenge logische orde opgelegd.

 

Het nadeel hiervan is dat wij de werkelijkheid uitsluitend kunnen begrijpen voor zover deze in ons logisch raamwerk past. Een groot deel van de werkelijkheid kan door ons niet worden beschreven of bestudeerd, die valt buiten ons logisch denkraam. De werkelijkheid overtreft zodoende ons begrip,- de werkelijkheid is ‘transcendent’.

Religieus

Het is, al met al, gemakkelijk te verdedigen dat juíst een religieus wereldbeeld recht doet aan de feiten. Wij zijn dieren die een waarden-vol leven leiden en die bezwaard zijn met de plicht om keuzes van ethisch belang te maken- en die bovendien, als persoon, gevormd worden door deze keuzes. Voorts is de werkelijkheid transcendent, deze overstijgt ons begrip.

Wij zijn, kortom, de bewoners van een transcendente werkelijkheid en wij leiden een leven dat gebaseerd is op waarden: dít is ontegenzeggelijk een religieuze wereld, ten voeten uit – en beslist geen naturalistische.

God

Tenslotte zij opgemerkt dat men, strikt genomen, geen bewijzen nodig heeft voor Gods bestaan; het is niet nodig om het bestaan van God te vermengen met de fysica van het heelal of met de evolutie van mens en dier. Om ons geloof te rechtvaardigen ten overstaan van de naturalist is het voldoende om er op te wijzen dat de werkelijkheid transcendent en ethisch is.- Bovendien: het bestaan van God kan met geen mogelijkheid worden uitgesloten in een transcendente werkelijkheid.

Beeld: Abtei im Eichwald, door Caspar David Friedrich

Jan Riemersma