Geschreven door Leon de Bruin / 

21 mei 2016 / 

Determinisme, fatalisme en voorspelbaarheid (deel 1)

Het filosofische debat over de vrije wil draait in essentie om de vraag of vrije wil verenigbaar is met determinisme. Vaak wordt gedacht dat recente ontwikkelingen in de cognitieve neurowetenschappen en de sociale psychologie laten zien dat ons doen en laten wordt bepaald door ons brein, en in die zin dus bewijs vormen voor determinisme. Dat is een misvatting.

Gedetermineerd?

Kunnen we wat mensen gaan doen van te voren ‘lezen’ in hun brein? Er wordt veel neurowetenschappelijk onderzoek gedaan naar de voorspelbaarheid van menselijk gedrag. Zo toont een berucht experiment van Soon et al. (2008) bijvoorbeeld aan dat het mogelijk is om op basis van hersenactiviteit te voorspellen welke knop iemand zal gaan indrukken, 10 (!) seconden voordat deze persoon zich er zelf bewust van is. En een studie van Falk et al. (2010) suggereert dat hersenactiviteit een betere voorspeller is voor het gebruik van zonnebrandcrème dan verbale rapportages waaruit dit voornemen blijkt.

Hoe moeten we deze resultaten interpreteren? Er wordt nogal eens beweerd dat de bovenstaande studies bewijs vormen voor de stelling dat wij gedetermineerd zijn door ons brein. Volgens Soon et al. (2008) geven hun bevindingen bijvoorbeeld antwoord op ‘a long controversy as to whether subjectively “free” decisions are determined by brain activity ahead of time’. En voor veel mensen (zowel wetenschappers als niet-wetenschappers) leidt determinisme automatisch tot een vorm van fatalisme. Als ‘mijn brein besluit’ om tot een bepaalde handeling over te gaan, wat hebben mijn bewuste keuzes dan nog voor een zin?

Voor deze mensen is er goed nieuws. Determinisme is namelijk niet hetzelfde als fatalisme. Determinisme is de stelling dat een bepaalde gebeurtenis noodzakelijkerwijs het gevolg is van eerdere gebeurtenissen. Deze stelling is verenigbaar met het idee dat mijn handelingen wel degelijk een verschil maken voor de toekomst. Fatalisme is de stelling dat een bepaalde gebeurtenis noodzakelijkerwijs zal plaatsvinden, wat ik ook doe. Deze stelling is niet verenigbaar met het idee dat mijn handelingen een verschil maken voor de toekomst.

 

Een voorbeeld: stel dat …

Het verschil tussen determinisme en fatalisme kan worden verduidelijkt aan de hand van het volgende voorbeeld. Stel, je bent ernstig ziek en het is reeds bepaald (door God of de natuurwetten) of je beter zult worden of niet. Heeft het dan zin om naar de dokter te gaan?

Nee, zo stelt de fatalist. Als het al vaststaat dat je zult beter worden, zul je beter worden, of je nu een bezoek brengt aan de dokter of niet. En als het al vaststaat dat je niet zult beter worden, zul je niet beter worden, of je nu een bezoek brengt aan de dokter of niet. Het is daarom zinloos om naar de dokter te gaan.

Ja zeker, zo luidt het antwoord van de determinist. Een bezoek aan de dokter kan een onderdeel vormen van een gedetermineerde keten van oorzaak en gevolg, en is daarom prima te combineren met de stelling dat het al van te voren is bepaald. Als ik uiteindelijk beter word, kan mijn bezoek aan de dokter een noodzakelijke stap zijn geweest in dit proces. In tegenstelling tot de fatalist, ziet de determinist het menselijke handelen dus als onderdeel van een gedetermineerd universum.

 

Voorspelbaarheid

Desondanks is mijn indruk dat de meeste mensen (met uitzondering van de compatibilist) niet helemaal tevreden zullen zijn met dit onderscheid. Ook al leidt determinisme niet automatisch tot fatalisme, het lijkt toch wel een serieus probleem te vormen voor ons begrip van vrije wil en morele verantwoordelijkheid. Zo lieten Vohs en Schooler (2008) bijvoorbeeld zien dat ‘gewone’ mensen, die herhaaldelijk werden geconfronteerd met de stelling dat de wereld deterministisch is, minder geneigd waren zich moreel verantwoordelijk te gedragen.

Gelukkig is er nog (meer) goed nieuws. Er is namelijk niet alleen een belangrijk verschil tussen determinisme en fatalisme, maar er is ook een belangrijk verschil tussen determinisme en voorspelbaarheid. Wat recente neurowetenschappelijke studies laten zien, is dat menselijk gedrag tot op zekere hoogte voorspelbaar is. Maar over determinisme zeggen ze vrijwel niets. Tenminste, dat is wat ik in mijn volgende bijdrage (deel 2) hoop te betogen.

Leon de Bruin