
Zijn wij ons brein? Er zijn waarschijnlijk maar weinig mensen die dat echt geloven. Aan de andere kant zijn er waarschijnlijk ook niet veel mensen die denken dat onze geest helemaal losgekoppeld is van ons brein. En terecht: iets simpels als een harde klap tegen het hoofd laat duidelijk zien dat de geest direct afhankelijk is van hersenactiviteit.
Deze afhankelijkheid vormt niet alleen het uitgangspunt van veel wetenschappelijk onderzoek, maar is ook stevig gegrond in de alledaagse common sense. Bijvoorbeeld als het gaat om de vraag waar we de geest in de meest letterlijke zin moeten plaatsen. Het gezond verstand dicteert dat onze geest is waar onze hersenen zijn – net zoals onze hersenen zijn waar ons lichaam is. Met andere woorden: ook al is de geest niet identiek aan het brein, hij zit toch wel ergens tussen de oren. Maar is dat allemaal wel zo vanzelfsprekend?
Inga en Otto
In de filosofie staan de grenzen van de menselijke geest de laatste jaren weer volop in de belangstelling. De filosofen Andy Clark en David Chalmers hebben bijvoorbeeld gepleit voor een ‘uitgebreide’, schedel-overstijgende geest. Hierbij doen ze een beroep op het volgende gedachte-experiment:
Inga en Otto krijgen te horen dat er een goede tentoonstelling is in het MoMA (Museum of Modern Art). Inga denkt een moment na en herinnert zich dat het museum is gevestigd aan 53rd Street. Ze besluit naar de tentoonstelling te gaan, loopt naar 53rd Street en gaat het museum binnen. Voor Otto, die aan Alzheimer lijdt, werkt het echter niet zo simpel. Omdat zijn geheugen hem vaak in de steek laat, heeft hij altijd een notitieboekje bij zich. Steeds als hij iets nieuws leert, schrijft hij dit in zijn boekje. Als Otto van de tentoonstelling in het MoMA hoort, kijkt hij in zijn notitieboekje. Daarin staat dat het museum is gevestigd aan 53rd Street. Otto besluit naar de tentoonstelling te gaan, loopt naar 53rd Street en gaat het museum binnen.
De moraal van dit gedachte-experiment is dat het notitieboekje voor Otto dezelfde functie vervult als het geheugen van Inga. Volgens Clark en Chalmers kunnen we daarom stellen dat het notitieboekje een wezenlijk onderdeel is van Otto’s geest. Met andere woorden, de geest zit niet alleen tussen de oren.
BREIN-NET
Maar hoe zit het eigenlijk met de grenzen van het brein? Zit ons brein opgesloten in ons lichaam? In een recent experiment liet de Braziliaanse fysicus en neurowetenschapper Miguel Nicolelis twee ratten informatie met elkaar delen door middel van een brain-to-brain interface die was gekoppeld aan hun motor-cortex (het deel van het brein dat beweging coördineert). De ratten werden eerst getraind om een hendel in te drukken als het lichtje erboven aan ging. Als ze deze taak goed uitvoerden kregen ze een beloning. Vervolgens werden de ratten in verschillende hokken geplaatst. In een van de hokken ging een lichtje aan boven de hendel. Wanneer de rat in dit hok de hendel indrukte, werd het bijbehorende breinsignaal gedigitaliseerd en naar het brein van de andere rat gestuurd. In 70% van de gevallen reageerde de andere rat hierop door ook de hendel in te drukken. Zelfs toen het signaal van de ene rat vanuit een lab in North Carolina via internet naar de andere rat in een lab in Brazilië werd gestuurd(!). Volgens Nicolelis laat dit zien dat het in theorie mogelijk moet zijn om verschillende menselijke breinen met elkaar te verbinden tot een BREIN-NET, dat complexe taken zou kunnen uitvoeren die buiten het bereik van een ‘stand-alone’ brein liggen. Wellicht zullen we in de toekomst dus rekening moeten houden met de mogelijkheid van een ‘uitgebreid’, schedel-overstijgend brein.
Je hoeft geen filosoof te zijn om in te zien dat deze ontwikkeling grote consequenties zal hebben voor het menselijke brein (en daarmee de menselijke geest), en allerlei vragen oproept over morele verantwoordelijkheid en persoonlijke identiteit. Wie is de beheerder van het BREIN-NET, en wat zijn precies haar bevoegdheden? Is er überhaupt nog wel ruimte voor individualiteit in zo’n allesomvattend BREIN-NET?
Het lichaam-geest probleem heeft zich tot nu toe voornamelijk gericht op de kwestie van reductie, en de vraag of de menselijke geest volledig begrepen kan worden in termen van hersenprocessen. Maar het onderzoek dat in gang is gezet door Nicolelis roept een hele andere problematiek in het leven. Misschien wordt het tijd dat we ons druk gaan maken om de toekomst van ons brein.