
‘Adem inhouden’, zei de laborant vanachter het scherm, en twee geluiden en drie seconden later kwam de volgende opmerking: ‘Oké, dankjewel! Dat is het voor vandaag.’ De röntgenfoto zou in een paar minuten klaar zijn…
‘Adem inhouden’, zei de laborant vanachter het scherm, en twee geluiden en drie seconden later kwam de volgende opmerking: ‘Oké, dankjewel! Dat is het voor vandaag.’ De röntgenfoto zou in een paar minuten klaar zijn…
Zelfs wanneer we weten wat er gebeurt, zal het ondergaan van zo’n medische procedure altijd een beetje extra adrenaline opleveren. We zijn ons er maar al te goed van bewust dat er iets serieus op het spel staat – onze gezondheid – en dat er misschien iets mis is. Voor een kind dat nog nooit het maken een röntgenfoto heeft ondergaan, kan het behoorlijk moeilijk zijn het gezicht in de plooi te houden. Vader of moeder moet er waarschijnlijk naast staan ter geruststelling, en om het kind stil te houden. Maar, zestig jaar later, hangt er nog steeds spanning in de lucht, en houden we als het erop aankomt nog steeds onze adem in…
Ik weet niet in hoeverre dit verhaal erin slaagt het punt te illustreren, maar wanneer twee verschillende werelden met elkaar in aanraking komen – face to face komen te staan – dan lijkt me dat niet zo heel verschillend. Aardig wat spanning, veel te weinig controle voor ons gevoel, en sommige dingen die gewoon absurd lijken.
Of niet? Op een dag, in een tehuis voor ouderen met verschillende stadia van dementie, werd een vrouw in de 70 nogal onrustig (laten we haar ‘Marie’ noemen). Ze bleef maar het woord ‘God!’, ‘God!’ roepen. Het multidisciplinaire team bediscussieerde wat te doen, en was van plan haar te sederen zodat ze konden uitzoeken wat er aan de hand was. Maar toen een van de keukenhulpen de vrouw zo zag, terwijl ze zo in de war was en om God bleef roepen, vroeg die aan haar:
– Marie, blijf je de naam van God zo herhalen omdat je bang bent om God te vergeten?
De vrouw viel onmiddellijk stil, en antwoordde:
– Ja, ik begin alles te vergeten, en ik mag mijn Verlosser niet vergeten!
Toen zei de keukenhulp, die een gelovige bleek te zijn, ‘Marie, ik weet heel zeker dat, ook al zul je je God straks misschien niet meer herinneren, God jóu nooit zal vergeten, want God houdt ontzettend veel van je.’ Vanaf dat moment riep Marie nooit meer hardop om God. Het team van professionals had zich niet kunnen voorstellen dat er zo’n gegronde reden was voor Maries gedrag.
Omgekeerd zien we hetzelfde: een pastor van de kerk waar ik als kind heenging raakte ernstig depressief in zijn oude jaren. Op een dag sprak ik zijn zoon en informeerde ik naar zijn vaders conditie. Hij vertelde me vol blijdschap dat God zijn vader miraculeus genezen had en dat zijn vader weer vol zat met levenslust en initiatieven en erg gelukkig was. Enige tijd later bleek dat wat er werkelijk speelde, was dat de oude pastor was opgeschoven naar de manische kant van een bipolair syndroom. Blijkbaar mistte de zoon kennis van dit ziektebeeld en had hij niet kunnen constateren (of wilde hij niet constateren) dat zijn gebeden niet verhoord waren.
Feit is dat de twee domeinen van psychologie en geloof regelmatig tegenover elkaar komen te staan in het leven, en dat een zekere hoeveelheid spanning altijd aanwezig zal blijven. Heel wat professionals, vanuit beide hoeken, hebben hun standpunten echter al ingenomen ten opzichte van het andere veld en zijn niet bereid om een deur of raam open te zetten voor een connectie. Maar als we die spanning doorvoelen en de relatie intact houden – zoals de patiënt in onze röntgenfoto – dan is er gelegenheid om ons leven te verdiepen, en om te hopen op veel betere uitkomsten.
Deze ‘overbrugging’ lijkt gemakkelijker te gaan in gezamenlijk verband. Aan de andere kant van de Atlantische oceaan, in Brazilië, ontmoette een groep van psychologie- en psychiatriestudenten elkaar zo’n 50 jaar geleden op een christelijke camping. Ze vormen de ‘Body of Christian Psychologists and Psychiatrists’. Sindsdien organiseren ze bijeenkomsten en conferenties. Achttien van hen vormden een team om op basis van de opgedane professionele vaardigheden en ervaringen commentaar te leveren bij Bijbelteksten – het resultaat was The Therapeutic Bible (Bible Society of Brazil, 2015), die de nadruk legt op Aanvaarding, Genade en Waarheid. In de VS, ook alweer enige tijd geleden, vormden studenten en professionals de ‘Christian Association of Psychological Studies’ (CAPS), waarvan de jaarlijkse conferenties zelfs geaccrediteerde studiepunten opleveren voor bezoekers. Recentelijk ontstond er een gespecialiseerde vertakking, SEPTT, oftewel de ‘Society for the Exploration of Psychoanalytic Therapies and Theology’.
Wat de universiteit betreft, is het speelveld vergelijkbaar (tenminste aan mijn kant van de oceaan): nog steeds veel weerstand, maar ook een groeiende behoefte aan dialoog en onderzoek. Het lijkt er dus op dat de grootste spanning en zelfs rivaliteit van de afgelopen eeuw wat weggeëbd is, terwijl het aantal van hen die het wat langer kunnen uithouden in de ‘spanning van het niet weten’ (misschien van het niet kunnen beheersen) steeds groter wordt. Hoe is het daar in Nederland?
Karl Kepler is psycholoog, theoloog en journalist in São Paulo, Brazilië. Hij werkt momenteel aan een promotieonderzoek waarvoor hij tijdelijk verbleef aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij is de editor van ‘The Therapeutic Bible’ (Bible Society of Brazil, 2015).
Vertaald vanuit het Engels door de redactie van Geloof & Wetenschap