Geschreven door Marnix Medema / 

27 juni 2012 / 

Adam of aap

De discussie over de verhouding tussen christelijk geloof en evolutie draait allemaal om één man. Het is niet de creationist Ben Hobrink, niet de gelovige ‘evolutionist’ Cees Dekker, niet de paus en zelfs niet Charles Darwin. De absolute hoofdrol is weggelegd voor niemand anders dan Adam.

Sinds een aantal jaren dragen steeds meer christelijke natuurwetenschappers en theologen – ook uit relatief behoudende hoek – actief uit dat christenen niet hoeven te kiezen tussen schepping en evolutie, maar beide kunnen omarmen. Met andere woorden: het is niet ‘schepping óf evolutie’ maar ‘schepping én evolutie’, oftewel ‘God én Darwin.’ Maar hoe zit het dan met Adam, die belangrijke figuur uit de Bijbel?

Harmoniseren

Christenen die de evolutiewetenschap accepteren hebben op allerlei manieren geprobeerd het Adamverhaal uit Genesis te harmoniseren met het evolutieverhaal.  Zo postuleert Denis Alexander dat Adam en Eva prehistorische mensen waren, en door God uitgekozen werden om in een paradijs te komen wonen. Hoewel deze hypothese een historisch Adamverhaal combineert met een volledige acceptatie van de evolutionaire ontstaansgeschiedenis van de mens, komt ze wat gekunsteld en speculatief over; het blijft een ad hoc oplossing.

Peter Enns betoogt in zijn recente boek dat Adam door de schrijvers van het Genesisverhaal niet bedoeld is als het begin van de wereldbevolking, maar van het volk Israël. Dit lijkt echter moeilijk te rijmen met de overtuiging van de Bijbelschrijvers om ook omringende volken te beschouwen als afstammelingen van Adam.

Eigen waarde

Zelf denk ik dat dergelijke pogingen een te sterke neiging vertonen het Adamverhaal en het verhaal van de evolutiebiologie te harmoniseren. Misschien is het beter beide verhalen in hun eigen waarde te laten, omdat elk op een heel andere manier de werkelijkheid beschrijft. Hoeveel van het Adamverhaal uit de Bijbel precies historisch is, is moeilijk met zekerheid te zeggen, ook niet na alle inzichten die de Bijbelwetenschappen ons aanreiken.

Misschien hebben Adam en Eva op één of andere manier inderdaad werkelijk bestaan als historische figuren (ondanks dat de genetica laat zien dat de gehele mensheid niet uit één ouderpaar voortgekomen kan zijn). Maar misschien vertolken deze bijbelfiguren ook wel gewoon een historische realiteit, zonder zelf als historische personen bestaan te hebben. In beide gevallen gaf God, door middel van de Genesisverhalen, aan zijn volk een duidelijke boodschap: Hij alleen is verantwoordelijk voor de schepping van de mens en van de gehele wereld. En de mens is zelf verantwoordelijk voor de zonde.

Oorsprong van het kwaad

Maar is dit allemaal niet te gemakkelijk? Zonder een historische Adam begrijpen we toch niet waarom de mens zelf verantwoordelijk is voor zonde? En de apostel Paulus gaat toch in zijn theologie uit van een historische Adam om de rol van Jezus als verlosser te beschrijven?

Ja, natuurlijk zijn er veel legitieme vragen die het onderzoeken waard zijn, maar waarop ik hier niet verder kan ingaan. Bovendien, ook mét een historische Adam blijft het een mysterie waarom Adam de keuze maakte te zondigen, terwijl hij toch goed geschapen was. De onbegrijpelijkheid van de oorsprong van het kwaad is er sowieso, los van de historiciteit van de persoon Adam. En wat betreft Paulus’ verwijzing naar Adam: de geldigheid van wat hij over Jezus zegt staat of valt niet met de historiciteit van Adam, ook al geloofde Paulus hier zonder twijfel zelf wel in, en ging hij ervan uit bij zijn argumentatie.

Adam of aap?

Als iemand mij voor de keus stelt: ‘Adam of aap’, is mijn reactie: ‘Adam én aap’. Wat voor Adam? Ik weet het niet precies, net zo min als ik precies weet wat voor apen mij zijn voorgegaan in de geschiedenis. Wat ik wel geloof is dat God allerlei, ook evolutionaire, mechanismen in de natuur heeft gelegd, en dat Hij door al deze mechanismen heen doelbewust de mens heeft geschapen. De verhalen over Adam hebben na duizenden jaren nog steeds eenzelfde krachtige theologische kernwaarheid die zij ook al hadden toen ze werden opgeschreven.

Marnix Medema